Ik vergeef het mijn moeder niet

 

21. Biarnay 1917, p.342. Temsamane

Nac uaa smḥax i-iamma ii-iggin rḥenni!
Nac uaa smḥax i baba i-iuxcin i-uni!
Iuca-ii i-ujjar, iḥarm-aii aεzri.
Iuca-ii i-ussaa m-izuran n-yiri.
Rḥaia-m-baba, am-ufus n-uari
Aεddis m-babah am icmi-iymndi
Ya-hia Muḥ, ya Muḥ, uai-mmis n-εmmi!
Ya-hia Muḥ, ya Muḥ, a udm-usttati!
Annujua djirt ug-umzaa isarri!
Annujua djirt, taziri ua tdji!
G-iri-nac, a ben-εmmi mamac ma ijra-ii?
Ya-hia Muḥ, ya Muḥ, ya bu-rεnani
M-ufiru n-iirγm i-uma inγa-ii!

Ik vergeef het mijn moeder niet, die de henna bij me aanbracht!
Ik vergeef het mijn vader niet, die me liet trouwen met die vent!
Hij gaf me aan een weduwnaar en verbood zo verkering met een jongen.
Hij gaf me aan een oude man met bolle aders in zijn nek.
Zijn baard lijkt op een handvol alfagras,
Zijn buik op de bodem van een zak graan.
O Muh, o Muh, o mijn neef!
O Muh, o Muh, je gezicht glanzend als een munt!
We zullen vluchten in een onweersnacht!
We zullen vluchten in  een maanloze nacht!
Dichtbij jou, o mijn neef, wat kan me gebeuren?
O Muh, o Muh, o meester van de teugels,
Met een kamelenharen koordje om je hoofd, o mijn broer, ik sterf om jou!

 

Biarnay:
Deze rarur (spotgedicht) zou zeer oud zijn en werd tijdens huwelijksfeesten vaak gezongen door de ongehuwde meisjes. Een pasgehuwde vrouw verwijt haar ouders dat ze haar hebben uitgehuwelijkt aan een oude man. Ze bespot hem en kondigt aan te vluchten met haar minnaar. De versregels worden afgewisseld met het ay aralla buya-refrein. De eerste versregel verwijst naar de hennaceremonie als voorbereiding op het huwelijk. Het woord voor ‘munt’ is asttati, mogelijk afgeleid van het Spaanse peseta; één asttati is zeven onces (uqqia) waard. De ‘vader van de teugels’ (bu-rεnani) wordt door Biarnay vertaald als ‘volmaakte ruiter’. Over het kamelenharen koordje zegt hij dat Riffijnen het hoofd kaalscheren en zo’n koordje of een hoofdband dragen.

[De baard van de weduwnaar wordt vergeleken met alfagras. (H)alfa- of espartogras is een grassoort die voorkomt in het zuiden van Spanje en het noorden van Marokko. Er werden onder meer touw en manden van gevlochten. De man moet een indrukwekkende baard gehad hebben: alfagras.]

Reacties zijn gesloten.