Ekram Hamú Haddú: Speurtocht naar de wortels van de Riffijnse verbeelding

 

 

Ekram Hamú Haddú, Los izran: expresión poética y símbolo de la mujer rifeña. Granada 2002. Biblioteca Intercultural.

In Los izran bespreekt Ekram Hamú Haddú 120 gedichten, die ze elegant vertaald heeft in het Spaans. Het is een boeiende uiteenzetting, waarin ze met name diep ingaat op het idiomatische taalgebruik en de daarop gebaseerde metaforen. Ze ziet de Riffijnse vrouw als hoedster van deze talig-culturele traditie.

Het boek is gebaseerd op haar afstudeerscriptie Arabisch aan de universiteit van Granada. In 1999 en 2000 heeft ze circa 700 izran verzameld bij zo’n veertig vrouwen van tussen 60 en 100 jaar oud afkomstig van de Guelaya (Iqerayen). Van deze stammencoalitie in de provincie Nador maakt ook haar familie deel uit. 

Het boek van 176 pagina’s bestaat uit vijf hoofdstukken. Na een introductie over Berbertalen, volgen hoofdstukken over orale literatuur (waaronder die van de beroepsmuzikanten, de  imdyazen), de Riffijnse vrouw, de izran en een conclusie. Het hoofdstuk over de izran neemt ongeveer de helft van het boek in beslag. Het bevat een gedetailleerde bespreking van vorm en inhoud in relatie met de Riffijnse cultuur.

Twaalf lettergrepen

De twee rijmende versregels waaruit de meeste izran bestaan, kunnen een lengte hebben van tien tot en met vijftien lettergrepen. Twaalf komt het vaakst voor. De versregels hebben meestal in het midden een cesuur. De ritmische structuur van de izri is gebaseerd op een variant van de ralla buya-formule. Deze formule wordt als refrein gezongen door het koortje; de izri zelf wordt door een soliste gezongen. De twaalf-lettergrepige versie luidt:
a-yya-ra-lli-ya-ra / la-yya-ra-lla-bu-ya

Om aan precies genoeg lettergrepen te komen, kan geswitcht worden van enkelvoud naar meervoud of kan de aanroep waarmee de eerste regel vaak begint, gevarieerd worden: a, ay, ya of aya. Misschien moet het aantal medeklinkers per lettergreep corresponderen met de ralla buya-formule, maar de auteur doet daar geen uitspraak over.

O mijn moeder!

Hamú Haddú gaat uitgebreid in op de kenmerken van het taalgebruik in de izran. Er komen veel vaste frases en uitdrukkingen in voor, die afhankelijk van de context een specifieke betekenis krijgen. De meest gebruikte vaste frase is de aanspreking aya ralla yemma (o mevrouw (mijn) moeder) of een variant daarvan. Soms verwijst dit naar de biologische moeder, vaker is het een expressie van angst, verbazing, afkeer, berusting. 

Vaste frases vormen een basisbestanddeel van de izran. Ruim een derde van de 120 izran in het boek bevat er een. Ze beslaan de halve of de hele eerste versregel. Ook in de tweede regel komen vaste verbindingen voor. Overigens lijkt een groot deel daarvan geen zegswijze, maar een formule die uitsluitend in izran wordt gebruikt, als stramien voor het gedicht. Voorbeelden zijn:

Aya lalla ymma
O mevrouw, (mijn) moeder

Ay aman n wanu
O het water van de put (staat voor de Rif)

Ujiɣ ijen tujit
Ik heb een droom gedroomd 

Man axar…?
Wat is beter, (een X of een Y)?

Win yxsen yawi, yawi, yawi…
Wie wil trouwen, trouwen, trouw met….

Win ywyn u ɛemmis
Wie verloofd is met een neef van vaderszijde

Mad-ja mmuθeɣ wssiɣ…
Als ik sterf, vertrouw mij dan toe aan… (= begraaf me dan in…; drukt eeuwige liefde uit,  ook na de dood.)

Theeceremonie

Culturele gebruiken, het menselijk lichaam en de natuurlijke omgeving zijn belangrijke bronnen voor zegswijzen en metaforen. Zo kunnen alle aspecten van de theeceremonie een metaforische betekenis krijgen. Het pakken van een glas thee kan de aanvaarding van een huwelijkskandidaat symboliseren, het laten vallen van een glas thee de verwerping. Een kop thee kan ook staan voor een toverdrankje, bedoeld om een man in je macht te krijgen:

Zet thee! Zet thee! Doe er een beetje munt in;
En vertel die worm dat hij snel in mijn hand zal vallen.

Het laatste deel van deze izri is de uitdrukking aqqayi tuδiδ gw fus: je zult in mijn hand vallen (in mijn macht zijn). Lichaamsdelen worden vaak gebruikt in metaforen. Het hart verwijst, net als in veel andere talen, naar de liefde; de lever vooral naar moederliefde. Knie (fuδ) en voet/onderbeen (δar) spelen een prominente rol en hebben in het taalgebruik een eigen persoonlijkheid. Elders op deze site staat een mooi voorbeeld van een izri van ruim honderd jaar oud waarin een man en zijn knie samen op pad gaan om een klus te klaren. (izri 23) De knie is het lichaamsdeel dat ons rechtop houdt en standvastigheid symboliseert. Een beweging naar beneden of naar boven verbeeldt verdriet of vreugde. 

De volgende izri gaat over een stiekeme ontmoeting in de boomgaard. De tweede regel is de uitdrukking aδ yisi fuδ inu imri ɣa yiri yuδa: zodat mijn knie zich verheft als deze gevallen zou zijn.

O Mimoun, o hadji, ontmoet me in de boomgaard,
Zodat mijn knie zich verheft als deze gevallen zou zijn. 

De voet fungeert als een alter ego dat men zijn diepste gedachten toevertrouwt. De autonomie van de voet kan een innerlijk conflict veroorzaken als deze handelt onafhankelijk van het hoofd, zoals blijkt uit de volgende izri, waarin een vrouw haar minnaar ontmoet op het dakterras en haar hoofd en kleren verliest.

Tussen wel of niet naar het dak klimmen, zetten mijn voeten me neer op de trap.
Mijn hoofd is gaan vliegen en mijn textiel vloog meteen mee.

Veel andere beelden vloeien voort uit de natuurlijke omgeving zoals de planten. De oleander symboliseert met zijn bittere smaak bittere gevoelens. Bijzonder is de liefdesplant bunarjuf. Volgens Hamú Haddú is dit bilzekruid (*). Deze giftige en narcotische plant, die een verdoving van de zintuigen veroorzaakt, is het symbool van passionele liefde. Van de wortels wordt ook een drankje gemaakt om liefdesverdriet te genezen (Don’t try this at home! Het kan je laatste drankje worden.)

Oh moeder, mijn moeder, een grote ademnood beklemt me.
Ik ga de bunarjuf uit mijn hart gooien om te genezen.

Hamú Haddú’s analyse van taalgebruik en metaforiek is diepgaand en verfrissend, vergeleken met de zielloze literatuurtheoretische benoeming in termen van vergelijking, metafoor, metoniem e.d., die je elders wel aantreft. De inhoudelijke classificatie van de izran stelt echter teleur. Die is uitsluitend naar thema: liefde, verzet, lof en blaam, humor en satire, varia. Daardoor belanden izran die een functie hebben in de huwelijksceremonie, zoals hennaliederen en lofliederen op de bruid of bruidegom, in de categorie ‘lof en blaam’. Hier wreekt zich een lacune in het boek: de sociale context waarin izran gezongen werden, en deels nog steeds worden, blijft vrijwel volledig buiten beeld. Ook is niet duidelijk welk deel van het repertoire alleen in de herinnering bestaat en welk deel nog steeds gezongen wordt. 

Poëtische competitie

De auteur heeft haar onderzoek gedaan in een periode dat izran niet meer in het openbaar op bruiloftsfeesten werden gezongen door jonge ongetrouwde meisjes, maar alleen nog maar op feesten van, vooral oudere, vrouwen. Ze vertelt dat ze vaak aanwezig was op avonden waarop de vrouwelijke bruiloftsgasten samen dansten en izran zongen.

Deze izran waren bestemd voor andere vrouwen in het gezelschap. Dat kon de vorm aannemen van een poëtische competitie, waarin het ene groepje antwoord gaf op de izri van een ander groepje, om de anderen de loef af te steken in vindingrijkheid. Ik neem aan dat het spel ook wel een serieuze lading kon hebben en bijvoorbeeld een commentaar kon zijn op het verloop van huwelijksonderhandelingen. Misschien is de volgende uitwisseling daarvan een voorbeeld; het is tegelijk een illustratie van de metaforische lading van de theeceremonie:

Eerste groepje:
Wie verloofd is met een neef van vaderszijde, is het paradijs binnen gegaan.
Die is als wie een glas thee van het sierlijke dienblad neemt.

Tweede groepje:
Wie verloofd is met een neef van vaderszijde, meen je soms dat het haar siert?
Die is als wie een glas thee neemt en het uit de handen laat vallen.

Het werk van Hamú Haddú bevat enkele lacunes in de analyse, maar die worden ruimschoots gecompenseerd door de zorgvuldige presentatie van een groot aantal helder vertaalde izran. De bespreking schuwt de grammaticale diepte niet en geeft veel inzicht in het Riffijnse taalgebruik. Een echte aanwinst voor de Spaanstalige izranliefhebber. (Zelf spreek ik het eigenlijk niet, dus deze recensie was een zware klus). Tweedehands is het boek nog wel te vinden. Zeventien van de izran uit het boek staan op pagina 138-142 van de bundel Mujeres en Melilla uit 2004. Op pagina 78-79 staat een biografietje van de auteur. http://www.stes.es/melilla/revista/mujer_melilla.pdf 

 

(*) Noot
Bilzekruid wordt in Europa, de westelijke helft van Azië en Noord-Afrika al duizenden jaren gebruikt als verdoving, slaapmiddel, medicijn, hallucinant, insecticide en gif. Bilzekruid werd tot in de zeventiende eeuw toegevoegd aan bier, als bittermaker maar ook om het slappe bier uit die tijd wat meer pit te geven. Het woord pils zou via de naam van de stad Pilsen samenhangen met het Duitse woord Bilsenkraut. De retorische vraag in de volgende izri is dus onterecht:

Vertel me, Duitsland, hebben jullie daar soms bunarjuf?
Oh, ons royale land waar het in overvloed aanwezig is.

.

Alle besproken izran op een rijtje

De izran waaraan in deze bespreking gerefereerd wordt, staan hieronder. De transcriptie van Hamú Haddú heb ik omgezet in het Latijnse Amazigh alfabet, met toevoeging van de dhal (δ) en de tha (θ). Een minpuntje van het boek is trouwens dat de auteur geen uitleg geeft over de transcriptie.

De Nederlandse vertaling in deze lijst wijkt soms af van de versie in het artikel, omdat ik de izran hierboven zo letterlijk mogelijk vertaald heb, op basis van de toelichting van de auteur. Mijn Spaans is niet best, dus ik doe het Spaans er ook bij.

1.
Qam etey qam etey! Egg nnɛnaɛ δrus
A ynes i ssus nni eqqeyi tuδ gw fus

¡Prepara el té, prepara el té! Ponle poquita yerbabuena;
Y dile a esa carcoma que pronto se hallará bajo el influjo de mis hechizos.
Zet thee! Zet thee!. Doe een er een beetje munt in;
En vertel die worm dat hij snel onder invloed zal zijn van mijn toverkunsten.

2.
A Mimun, a burḥaj, cuqayi d δi rwδṣa
Aδ yisi fuδ inu imri ɣa yiri yuδa

¡Oh, Mimún, el peregrino!, encuéntrate conmigo en el vergel,
Así mi dicha será total aun cuando esta hubiera caído en desgracia.
O Mimoun, de pelgrim, tref mij in de boomgaard,
Dan zou mijn geluk compleet zijn, al was het vervallen tot ongeluk.

3.
Aδ aryɣ θazqqa δar inu x ssed-jum
Raɛqer inu yδwa iδfariθ baḥlyun

Entre subir o no a la azotea mis pies me pusieron en la escalera;
Mi mente echó a volar y acto seguido mi vestido le fue a la zaga.
Tussen wel of niet naar het dak klimmen plaatsten mijn voeten mij op de trap;
Mijn hoofd is gaan vliegen en mijn kleren gingen er meteen achteraan.

4.
Aya lalla ymma, a ymma-inu ɣufiɣ
Aδ ndaɣ bunarjuf zg wur aδ genfiɣ

¡Oh madre!, mamita mía, un gran sofoco me oprime;
Voy a echar de mí corazón el tormento para así sanar.
Oh moeder, mijn moeder, een grote ademnood beklemt me;
Ik ga de kwelling uit mijn hart gooien om zo te genezen.

5.
Win ywyn u ɛemmis axmi juδf ejnneθ
Am wi yisin erkas n watay zi siniyeθ

Quien ha deposado con el hijo del tío paterno, ha entrado en el paraíso;
Es como quien toma un vaso de té de la delicada bandeja.
Wie verloofd is met een neef van vaderszijde, is het paradijs binnen gegaan;
Die is als iemand die een glas thee van het sierlijke dienblad neemt.

6.
Win ywyn u ɛemmis ma tɣirδ aqqa θecnas?
Am wi yisin erkas n watay innufesras.

Quien ha deposado con el hijo del tío paterno ¿acaso crees que le honra?
Es como quien toma un vaso de té y se le cae de la manos.
Wie verloofd is met een neef van vaderszijde, meen je soms dat het haar siert?
Die is als wie een glas thee neemt en het uit de handen laat vallen.

7.
Aya Limaniya, ma ini bunajuf
Neccin ϑammwaϑ nneɣ ɣanɣ ygga lejruf

Dime tu, Alemania, acaso allí tenéis la planta del amor?
Oh nuestra generosa tierra donde se encuentra a raudales.
Vertel me, Duitsland, hebben jullie daar soms de liefdesplant?
Oh, ons royale land waar deze in overvloed aanwezig is.

Reacties zijn gesloten.