Bent baladi (Meisje van mijn land) is een (Noord-) Marokkaanse evergreen die ook vaak in andere Arabischtalige landen wordt gecoverd. Hoogstwaarschijnlijk was het een lied dat werd gezongen op vrouwenfeesten, vanaf het begin van de twintigste eeuw of eerder. Ook toen had het mogelijk al een intermezzo in het Spaans: een couplet uit het volkslied La Tarara.
Het lied begint met een refrein dat klinkt als een mannelijke liefdesverklaring, die in sommige coupletten geïroniseerd wordt. Het is ook mogelijk dat het lied van het begin af aan geen mannelijke liefdesverklaring is, maar een lofzang op de Marokkaanse vrouw, gezongen door vrouwen. De Arabische tekst, inclusief transcriptie en vertaling, staan in Bent Bladi, een feministisch zelfportret.
Een mooie uitvoering is van de Femmes de Tétouan.
In mijn versie heb ik de melodie van het refrein gebruikt voor de coupletten; het Arabische couplet is, net als het Spaanse, ingevoegd als intermezzo.
Het lied gaat over de onmogelijke liefde van een Hollandse kafir voor een niet-handje-gevende Marokkaanse moeder.
Het handje van Fatima
A bent baladi, (O dochter van mijn land,)
Selbu-ni εain-ik. (Jouw ogen betoveren mij.)
A bent baladi,
Selbu-ni εain-ik.
Wa zin lli fi-k. (En schoonheid die ín jou is.)
Qalbi kaybɣik. (Mijn hart wil jou.)
Wa zin lli fi-k.
Qalbi kaybɣi-k.
A ya ya, bent biladi.
Met een achteloos gebaar,
Verdwijnt er een plukje haar.
Met een achteloos gebaar,
Verdwijnt er een plukje haar.
De sieraden van een vrouw
Verpakken in een hijab,
Ik wist niet dat het zo’n karwei was,
Tot ik het dansje zag
Van het handje van Fatima.
Ay, Tarara loca mueve la cintura (O, Gekke Tarara heupwiegt)
Para los muchachos de las aceitunas. (Voor de olijvenplukkers.)
Ay Tarara sí, ay Tarara no, (O Tarara ja, o Tarara nee,)
Ay Tarara, niña de mi corazón. (O Tarara, meisje van mijn hart.)
Hoe dicht je een vogel ook benadert,
Zodra je haar wilt raken, zal ze je verlaten.
Met lege handen zul je blijven staan,
Met lege handen moet je verder gaan.
En voor op weg te gaan,
Kijk je me even aan.
En voor op weg te gaan,
Kijk je me even aan.
Ik wist niet dat het zo’n karwei was,
De blik van een man te mijden,
Tot ik jou voorbij zag komen,
Zij aan zij met je zoontje,
Aan het handje van Fatima.
Ṣɣira u mejana, (Klein en knap,)
Qarya wa fennena, (Goed opgeleid en artistiek,)
Ṣɣira wa mejana,
Qarya wa fennena,
Hakdak ḥabit ana. (Zo wil ik het.)
A ya ya, bint biladi.
Ik ben aangeraakt,
Door de hand van Fatima,
Het kruis geslagen,
Met een stigma.
Met een stigma.
A ya ya, bent biladi.
Met ontastbare hand,
Smeed je een vaste band.
Met ontastbare hand,
Smeed je een vaste band.
Ik bekeer me tot de islam
Met alles erop en eraan,
Als ik na dit offer aan God
Voortaan gekoesterd wordt
Door het handje van Fatima.
A ya ya, bent biladi.