Dahmane El Harrachi (1926-1980) zong Arabische chaabi. Letterlijk betekent dit ‘volks’ en in zijn algemeenheid staat het voor alle populaire muziek. Het verwijst ook naar een specifiek genre dat in de jaren dertig is ontstaan in de medina van Algiers. Dahmane el Harrachi wordt beschouwd als een vernieuwer van dit genre. Zijn roem vergaarde hij in Frankrijk. In Algerije werd hij minder gewaardeerd.
In de jaren dertig heerste er grote armoede in Algerije. Een deel van de elite vertrok uit Algiers en er kwam een trek van het platteland naar de stad op gang. In reactie op deze demografische ontwikkelingen ontstond in de medina van Algiers een nieuw genre op basis van de traditionele medh: lofliederen op God, de profeet en patroonheiligen, in een Andalusisch muzikaal kader. De religieuze teksten werden vervangen door gedichten uit de melhun: traditionele gezongen poëzie in de volkstaal, voor een deel afkomstig uit Marokko. In de muziek werden andere ritmes (sommige Kabylisch), andere melodieën en moderne instrumenten geïntroduceerd.
In chaabi-orkestjes bespeelt de zanger vaak een tokkelinstrument. Hij wordt begeleid door andere snaarinstrumenten, percussie, fluit en ook wel qanun of piano.
Virtuoos
Dahmane beheerste vele instrumenten. Op jonge leeftijd was hij al een virtuoos op de banjo en een veelgevraagd begeleider. Hij ontwikkelde zich ook tot een voortreffelijk speler van de Algerijnse mandole, die in de jaren dertig is ontworpen, speciaal voor de chaabi. Deze heeft de vorm van een mandoline, de grootte van een gitaar en wordt bespeeld als een luit. Dahmanes creatieve spel op banjo en mandole geldt als vernieuwing van de chaabi.
Dit geldt ook voor zijn teksten. Hij greep niet terug op de traditionele melhun-poëzie, maar moderniseerde en seculariseerde het genre opnieuw met zelfgeschreven teksten over actuele thema’s in een taal die wel poëtisch was maar toegankelijker dan de taal van de melhun.
Nostalgie
Veel van de honderden liederen die hij gemaakt heeft, gaan over migratie of de nostalgie naar het vaderland. Het laatste thema had ongetwijfeld een subversieve dimensie tijdens de onafhankelijkheidsoorlog (1954-1962). Na de oorlog probeerde hij de wonden te helen door te zingen over verzoening en solidariteit. Er zijn ook veel liederen over liefde en vriendschap en liederen met een moralistische inslag: over jaloezie, hypocrisie, egoïsme, en alcoholmisbruik (hoewel hij graag een glas dronk). Zijn vaak pessimistische boodschap verpakte hij in opgewekte melodieën.
Het pseudoniem El Harrachi verwijst naar de voorstad van Algiers waar hij als elfde en jongste kind van de familie is opgegroeid. Zijn geboortenaam is Abderrahmane Amrani. Zijn familie was uit het gebied van de Berberse Chaoui in het oosten van Algerije naar Algiers verhuisd, waar zijn vader muezzin werd van de Grote Moskee. Dahmane had zijn talent om teksten voor te dragen dus niet van een vreemde.
Na baantjes als schoonmaker, schoenlapper en een lange periode als tramconducteur vertrekt hij in 1949 op 23-jarige leeftijd naar Frankrijk, waar hij achtereenvolgens in Lille, Marseille, Lyon en Metz woont. Hij maakt naam door in de vele Algerijnse cafés op te treden. Begin jaren zestig vestigt hij zich in Parijs. Dahmane El Harrachi overleed in 1980 aan de gevolgen van een auto-ongeluk bij Algiers.
Ya Rayah
Dahmanes bekendste lied is Ya Rayah (letterlijk: O gaande), uit 1973. Het gaat over de ontworteling van de migrant, die geen toekomst heeft in het buitenland en zijn leven vruchteloos ziet verstrijken. In de jaren negentig werd het lied opnieuw populair door de vertolking van de Frans-Algerijnse zanger Rachid Taha. Het lied staat ook op het repertoire van Turkse en Israëlische vertolkers en heeft versies in het Grieks, Servisch en Hindi.
In het refrein spreekt de dichter een man aan die gaat vertrekken naar Frankrijk. Hij waarschuwt hem dat het zal uitdraaien op een mislukking en maakt zich meteen bekend als iemand die ook daar geweest is en gedesillusioneerd is teruggekeerd. In de coupletten voorspelt hij de migrant dat hem dezelfde negatieve ervaringen te wachten staan. Hij geeft hem nog wel een goede raad mee: “Bezie wat in jouw belang is voor je koopt of verkoopt.” Dit lijkt een Algerijns gezegde te zijn. Het zal wel zoiets betekenen als: laat je niet belazeren.
De ellende van de migratie
We mogen de dichter en de mens niet aan elkaar gelijkstellen, maar als we dit wél doen, is het merkwaardig dat een verstokte emigrant voor een publiek van emigranten zingt over de ellende van de emigratie. Het is in ieder geval niet bevorderlijk voor je inburgering.
Maar misschien was Dahmanes vertrek niet helemaal vrijwillig. Zijn vader was immers muezzin van de Grote Moskee en dat spoort niet goed met een zoon die naam maakt in de populaire muziek.
Een merkwaardig gegeven uit zijn levensloop is verder dat hij pas in de jaren zeventig weer enkele keren optrad in Algerije. De verscheurdheid die in Ya Rayah wordt geschetst, gold ook in zijn persoonlijke leven: na zijn migratie naar Frankrijk kon hij niets meer opbouwen in zijn land van herkomst. Ik ken slechts één publicatie die hierop ingaat, een interview uit 2014 naar aanleiding van een documentaire over zijn leven in de Algerijnse krant El Watan (*). Zijn muziek viel kennelijk niet in de smaak in Algerije. Chaabi-liefhebbers verweten hem dat hij te veel afweek van de traditie zoals die gevestigd was door de legendarische grondlegger van het genre, El Anka, bijgenaamd le Cardinal. En na de onafhankelijkheid van Algerije in 1962 hadden de nieuwe machthebbers problemen met zijn pessimistische kijk op de samenleving.
De documentaire, met de titel De revolutie van El Harrachi, moest uiteindelijk gemaakt worden met Libanees geld, omdat Algerijnse producenten er niet aan wilden. Geen enkele televisiezender wilde hem aankopen.
Misschien waren er meer oorzaken voor Dahmanes ontbreken op de Algerijnse podia. Mogelijk werd zijn oproep tot verzoening hem niet in dank afgenomen, in een periode waarin na de honderdduizenden slachtoffers van Frans militair geweld, nog eens tienduizenden Algerijnen vermoord werden op beschuldiging van collaboratie met de bezetter. Duidelijk is in ieder geval dat Dahmane el Harrachi geen zanger van Algerije was maar een zanger van de Algerijnse migratie.
(*) Dahmane El Harrachi, Le chanteur de la périphérie. In: El Watan, 15-11-2014.
Link naar de publicatie
(Geplaatst 24-2-2022)