Bent Bladi

Een feministisch zelfportret

Bent Bladi (Dochter van mijn land) is een Marokkaanse evergreen. Het barst op You Tube van de uitvoeringen. De meeste zijn Marokkaans, soms in samenwerking met flamencomuzikanten; het lied bevat dan ook een Spaans couplet. Je kunt echt van alles tegenkomen, van een schoolkoor uit Oujda tot massale vierstemmige samenzang tijdens een korenfestival in Casablanca. Enkele vertolkingen komen uit Algerije, Tunesië, Libanon of Israël. Het lied staat ook op het repertoire van het Amsterdams Andalusisch Orkest.

  1. Tekst
  2. Repertoire van vrouwen
  3. La Tarara
  4. Andalusische kenmerken
  5. Links en verantwoording

 

بنت بلادي
Bent bladi
Dochter van mijn land

[Marokkaans refrein]

ابنت بلادي
A bent baladi
Dochter van mijn land

سلبوني عينك
Selbu-ni ɛain-ik
Jouw ogen betoveren mij
و زين لفيك
Wa zin lli fi-k
En schoonheid die ín jou is
قلبي كيبغيك
Qalbi kay-bɣik
Mijn hart wil jou
ايا يا بنت بلادي
A ya, ya  bent biladi

[Spaans refrein]
Unas flores blancas que son de pureza
Een bosje witte bloemen die zuiver zijn
Que lleva la novia cuando va (a la iglesia?)
Die de bruid meeneemt op weg (naar de kerk?)
El naranjo sí, el naranjo no
De sinaasappelboom ja, de sinaasappelboom nee
El naranjo, niña, que ya floresció
De sinaasappelboom, meisje, die/dat al heeft gebloeid

[Eerste couplet]
العرض و الجود
El-ɛeraḍ u el-jud
De uitstraling en de vrijgevigheid
قابطة الحدود
Qaabṭa el-ḥudud
Nemen de grenzen in acht
و الورد في الخدود
U el-warda fi el-xudud
En de rozen op de wangen
أيا يا بنت بلادي
A ya, ya bent biladi

[Arabisch refrein]
[Spaans refrein]

[Tweede couplet]
اصغيرة ومزيانة
Ṣɣira u mejana
Klein en knap
قارية و فنانة
Qarya u fennana
Goed opgeleid en artistiek
هكداك حبيت أنا
Hakdak ḥebbit ana
Zo wil ik het
أيا يا بنت بلادي
A ya, ya bent biladi

[Arabisch refrein]
[Spaans refrein]

[Derde couplet]
شعرها مطلوق
Cɛer-ha maṭluq
Haar loshangende haren
اطويل و مغلوق
Aṭwil u maɣluq
Lang en gevlochten
قلبي عليها محروق
Qalbi ɛli-ha maḥruq
Mijn hart staat om haar in brand
أيا يا بنت بلادي
A ya, ya bent biladi

[Arabisch refrein]

Versie van Abdessadeq Cheqara, omstreeks de jaren zeventig. De transcriptie van het Arabisch is in het Latijnse Amazigh alfabet.

2. Repertoire van vrouwen

Bent Bladi wordt beschouwd als een lied dat geworteld is in de Andalusische traditie van het noorden van Marokko. Tijdens bruiloften en andere feesten werden populaire Andalusische liederen gezongen. Voor de vrouwelijke gasten traden vrouwelijke ensembles op, die hun eigen repertoire hadden. Waarschijnlijk is Bent Bladi afkomstig uit dit repertoire.

De oudste opname van het lied die ik ken, omstreeks de jaren zeventig, is echter van een man, Abdessadeq Cheqara, een beroemd vertolker van de klassieke Andalusische muziek. Op zijn Wikipediapagina wordt hem verweten dat hij dit lied, en andere,  heeft gestolen van vrouwen. Ze worden zelfs met naam genoemd: Hajja Shili en Hajja Shahaba. Ze mochten in die tijd niet voor mannen optreden en geen opnames maken.

Vrouwen kunnen natuurlijk zingen vanuit de optiek van een man, maar er zijn aanwijzingen dat in Bent Bladi ook de stem van de vrouw klinkt.

De ideale vrouw

In het refrein, waarmee het lied start, lijkt er ondubbelzinnig een man aan het woord, die zijn liefde verklaart aan een vrouw. Hij richt zijn woorden echter niet aan een Fatima of Farida, maar aan de vrouw in het algemeen. Ze is een bent bladi, een typische dochter (of meisje) van mijn land (of mijn streek). Behalve een liefdeslied is het dus ook een loflied op de ideale huwelijkspartner. Hij zingt haar lof omdat ze mooi is, zowel van buiten als van binnen (‘de schoonheid die ín jou is’). Dit zijn complimenten die goed passen in een traditioneel mannelijk liefdeslied.

In de coupletten worden zijn complimenten uitgewerkt. Zo heeft de geliefde wangen als rozen en mooie lange haren; indirect wordt ook duidelijk dat zich correct gedraagt, overeenkomstig de maatschappelijke waarden en normen. Deze uiterlijke en innerlijke schoonheid blijkt in de coupletten echter beslist niet de enige basis voor de liefde. Met name in het eerste en tweede couplet komt er een hele reeks eigenschappen bij die je niet verwacht in een traditioneel liefdeslied. De geliefde is namelijk ook goed opgeleid (qarya) en artistiek (fennana), ze weet zich te presenteren (el-ɛeraḍ) en is vrijgevig (el-jud).

Als in dit gedeelte van het lied nog steeds gezongen wordt vanuit de optiek van een man, krijg je toch het gevoel dat hem dingen in de mond worden gelegd waar hij zelf niet zo snel op gekomen zou zijn. Dit geldt overigens niet voor het derde couplet. Dat gaat alleen over lange haren en vurige liefde.

Verschuivend perspectief

Het is ook mogelijk dat het perspectief in sommige coupletten verschoven is en dat niet meer de man aan het woord is, maar de vrouw tot wie hij zich richt. De voornaamwoorden die worden gebruikt, geven daar een aanwijzing voor. In het refrein spreekt een mannelijke ‘ik’ een vrouwelijke ‘jij’ toe, maar in het eerste en tweede couplet wordt niemand aangesproken. Daar is alleen nog maar een ‘ik’ aan het woord (net als in het laatste couplet overigens, waarin naar de vrouw wordt verwezen met ‘haar’).

Als het perspectief inderdaad verschoven is, kun je deze regels zien als het antwoord van de vrouw op de liefdesverklaring van de man. In het refrein prijst de man haar uiterlijke en innerlijke schoonheid. De vrouw legt de nadruk op andere kwaliteiten. Haar antwoord luidt, vrij vertaald: ‘als je me knap en aardig vindt, kan ik je geen ongelijk geven, maar ik ben ook nog eens intelligent, artistiek en sociaal en vrijgevig. Kun je dat erbij nemen?’

Bent Bladi begint dus als het liefdes- en loflied van een man, maar het vervolg is gemarineerd in een pittige feministische chermoula. Zo wordt een subtiel en spottend spelletje gespeeld met de conventies van de Andalusische mannenlyriek.

3. La Tarara

In de meeste uitvoeringen van Bent Bladi zit een couplet uit het Castiliaanse volksliedje La Tarara. Misschien is het Spaanse couplet door Cheqara geïntroduceerd om een connectie te maken met de flamenco. In de jaren tachtig gaat hij samenwerken met Spaanse muzikanten. Maar het is ook mogelijk dat zo’n couplet al was opgenomen in de uitvoeringen van Andalusische vrouwenensembles. In een aantal versies maken de zangers en zangeressen zich er overigens met een Jantje van Leiden van af en zingen ze ‘la la la la la la’ (enz.), maar dit laat wel zien dat het Spaanse uitstapje er gewoon bij hoort.

Er bestaan vele varianten van het Tarara-lied (en er komen regelmatig nieuwe bij) en daarin is ze een prettig gestoorde dorpsmeid; tarari betekent ‘gek’ in het Spaans. Ze gedraagt zich uitdagend en kleedt zich merkwaardig. Ze draagt bijvoorbeeld een broek met van boven tot onder knopen, een jurk vol plooien en belletjes of een zijden mantel. Ze heupwiegt voor de olijvenplukkers en heeft een slecht vingertje  (un dedito malo) dat geen enkele chirurg kan genezen. Het lied is populair op basisscholen maar ook opgepikt in de flamenco.

Inhoudelijk vormt Tarara een komisch contrast in het lied Bent Bladi. De exhibitionistische, wat losbandige Spaanse bruid wordt tegenover de waardige Marokkaanse gezet met al haar kwaliteiten. Ook muzikaal gezien is het een contrast door de plotselinge overschakeling van een drie- naar een vierdelige maat en een heel andere melodie.

Sinaasappelboom

Er zit wel iets raars aan Cheqara’s Tarara. Zo’n dertig Tarara-varianten zijn bijeengebracht door Lourdes Giraldo Vargas in het kader van een project voor het lager onderwijs. Het Cheqara-couplet zit daar niet bij en wijkt ook sterk af van de verwoording in deze verzameling. Tarara wordt daarin altijd genoemd in de slotregels en bijna altijd in de eerste of tweede regel. Maar in de Cheqara-variant is Tarara in geen velden of wegen te bekennen. Het lijkt er dus op dat deze versie speciaal voor Bent Bladi is gefabriceerd.

In de eerste twee regels gaat een bruid naar de kerk met een bosje witte bloemen die haar reinheid symboliseren. In de laatste twee regels wordt ze vergeleken met een sinaasappelboom die al gebloeid heeft. In de oude Arabische en Andalusische poëzie wordt het lichaam van een vrouw vaak vergeleken met een zachtjes deinende tak. Maar een complete sinaasappelboom? Dan lijkt het wel een parodie. De bolvorm van de boom en de vruchten suggereren bovendien dat de bruid hoogzwanger op weg is naar de huwelijksmis, met haar bosje witte bloemen.

Cheqara’s Spaanse intermezzo krijgt zo een moralistische teneur die niet, of in ieder geval minder, in de varianten zit die gebruikt worden in andere uitvoeringen van Bent Bladi: de weinig deugdzame Spaanse bruid tegenover de deugdzame Marokkaanse.

4. Andalusische kenmerken

Bent Bladi wordt vaak een Andalusisch lied genoemd. Zijn er inderdaad kenmerken die op een Andalusische herkomst wijzen?

De vorm van het lied doet in ieder geval Andalusisch aan. Het rijmschema is hetzelfde als dat van de oude Andalusische zajal, een gedicht in gestileerde Arabische spreektaal. In de vierregelige coupletten van de zajal rijmen de eerste drie regels op elkaar; de vierde regel heeft een andere rijmklank, altijd dezelfde. Dit is tegelijk de rijmklank van het refrein, dat uit één regel bestaat en voorafgaat aan het lied. Als je de eerste regel van Bent Bladi als refrein opvat, heeft het precies dezelfde rijmstructuur.

Er zijn ook verschillen. De refreinregel in de zajal was langer en viel meestal uiteen in twee op elkaar rijmende helften. Verder wordt in Bent Bladi de refreinregel telkens herhaald als laatste regel van het couplet; in een zajal zou het telkens een nieuwe regel zijn. Bovendien heeft de hele eerste strofe van Bent Bladi de functie van refrein, niet alleen de eerste regel.

De zajal  had soms een uitsmijter van enkele regels, een kharja, die een verrassende wending gaf aan het lied: een contrast, een commentaar, een vrolijke noot. Af en toe werden deze slotregels gezongen in een ‘Spaans’ dialect. Het Spaanse couplet in Bent Bladi zou qua atmosfeer een prima kharja zijn, maar niet qua vorm, want het is te lang en het is geen uitsmijter maar een tweede refrein.

De kharja kwam overigens vaker voor in het deftige broertje van de zajal, de klassiek-Arabische muwashah. De slotregels fungeerden mede als een ironisering van de verheven gevoelens in het gedicht en werden vaak ontleend aan de populaire cultuur. Zo’n contrast met de ‘hoge’ cultuur was in de zajal niet nodig omdat deze van zichzelf al een volkse uitstraling had.

Wangen als rozen

Ook de inhoud van het lied past in de Andalusische traditie. Het is een liefdeslied, maar tegelijk een loflied, want het gaat niet over een specifieke geliefde, maar over de ideale vrouw, de ‘dochter van mijn land’. Liefdeslied en loflied waren, naast het drinklied, de belangrijkste genres van de oude Andalusiërs. In het lied wordt de schoonheid van de geliefde bezongen, onder meer met metaforen die ook populair was in de Andalusische tijd: de wangen als rozen, het hart dat brandt.

Bent Bladi heeft dus een aantal kenmerken die verwijzen naar de Andalusische cultuur. Betekent dit dat het lied misschien wel duizend jaar oud is? Dat hoeft niet. Waarschijnlijk is het later gemaakt. De muzikale en poëtische tradities van Andalusië zijn immers bewaard gebleven in de Maghreb. Dit geldt ook voor de structuur van de zajal, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de eerste grote hit, in 1937, van de Algerijnse zanger Salim Halali: Andaloussia (zie het hoofdstuk Salim Halali op deze site).

5. Links en verantwoording

Versie van Abdessadeq Cheqara

Versie van Jalal Cheqara, neef van Abdessadeq,  met de Granada Group.

Versie in het Hebreeuws van de Marokkaans-Israëlische rabbi Haim Louk met het Andalusisch orkest van Montréal onder leiding van de Israëlische dirigent Tom Cohen. De Spaanse coupletten worden gezongen door de Spaans-Amerikaanse flamencozanger Alfonso Cid.

Een veertigtal Tarara-coupletten, verzameld door Lourdes Giraldo Vargas voor het primair onderwijs.

De Tarara-coupletten die in de tweede en derde vertolking worden gezongen, zijn:
Ay tarara loca mueve la cintura, Para los muchachos de las aceitunas
Gekke Tarara beweegt haar middel, Voor de jongens van de olijven (= de olijvenplukkers)

Tiene mi Tarara unos pantalones, Que de arriba abajo todo son botones
Mijn Tarara heeft een broek, Die van boven tot onder uit knopen bestaat

Tiene mi Tarara un vestido blanco, Que soló se pone en el Jueves Santo
Mijn Tarara heeft een witte jurk, Die alleen op Witte Donderdag gedragen wordt

Tiene mi Tarara un vestido verde, Lleno de volantes  y des cascabeles
Mijn Tarara heeft een groene jurk, Vol plooien en belletjes

Verantwoording

Wanneer Cheqara het lied Bent Bladi heeft uitgebracht, kan ik niet vinden. Of de bruid in het Spaanse couplet echt ‘naar de kerk’ gaat, weet ik niet zeker. Ik kan het in ieder geval niet verstaan.

De tekst had ik niet kunnen vertalen zonder de hulp van Abdelkarim uit Utrecht, die inmiddels naar Marokko is geëmigreerd.

 

Reacties zijn gesloten.