De afwezige geliefde (V)

 

Een aantal izran van vrouwen brengen migratie in het spel. In de eerste helft van de twintigste eeuw gaat het om seizoensarbeid in Algerije en werk in Tanger of in het Spaanse leger, vanaf de jaren zestig vooral om migratie naar Europa. In deze izran laten vrouwen een ambivalente houding tegenover migratie zien. Is migratie van de partner een kans of een last?

Het aantal izran over migratie is in de bronnen uit het begin van de twintigst eeuw beperkt. Hart heeft relatief veel izran over migratie: vier van de veertien liefdesizran van de ongehuwde vrouwen die hij presenteert. Misschien was er meer migratie in de jaren vijftig, of het is zijn selectie. Van de 104 izran van de Iznassen in het werk van Renisio (1932) verwijst er geen enkele naar migratie. Dat kan haast geen toeval zijn. De meest voor de hand liggende verklaring zal wel kloppen: hun land was vruchtbaarder of dunbevolkter. Het is ook mogelijk dat de Fransen vlak na de oorlog tijdelijk de grens met Algerije gesloten hadden om opstandige ideeën buiten de deur te houden.

 

11. Biarnay 1917, p.331. Temsamane.

Uni carreq uεfan, uiɣa daii-ijja?
Igga-i amjaa ugufus, inna-i: “Mjaa farina!”
Umi d a iauaḥ, iwua-i-d rizzaa-n-jjia.
Inna-ii: “Ḥajeb iḍa!”

Toen de klootzak naar het oosten vertrok, aan wie heeft hij mij toevertrouwd?
Hij duwde me een sikkel in de hand en zei me: “Oogst de tarwe!”
Toen hij terugkwam, bracht hij een hobbezak voor me mee
En zei me: “En nu een sluier om!”

Biarnay:
Dit is de verontwaardigde klacht van een vrouw die zonder bestaansmiddelen wordt achtergelaten als haar man naar Algerije vertrekt. Bij zijn terugkomst neemt hij niet eens een fatsoenlijk cadeau mee en gebiedt hij haar zich te sluieren. ‘Het oosten’ slaat op Algerije. De hobbezak is letterlijk: een kleed gemaakt van een zak voor kalk.

 

45. Justinard 1926, p.55. Igzennayen.

Alḥamaminu, a Muḥ, a Muḥ imjaren di Tasala,
Ruaḥ auma ruaḥ, ikfac zi tammara.
A qac amcan inec ṭṭsen dais inegba,
A qa tamurt inec bṭantet ruarata.
Aya Rabbi, a tṣbbard urinu itcauina.

Mijn duif, O Mouh, jij die graan oogst in Tasala,
Kom terug, mijn broer, kom terug, genoeg ellende voor jou.
Hier slapen de jongens in je huis,
De erfgenamen verdelen het land onder elkaar.
O Heer, laat mijn hart deze droefenissen verdragen.

[Biarnay presenteert een langere variant van de Temsamane (izri 16). De versie van de Igzennayen laat zien dat izran de grenzen van de taqbitch konden overschrijden en ook dat lang niet alle izran originele creaties waren.]

 

84. Renisio 1932, p.201. Ait Iznassen.

Iɣeid u wazɣar icuqen Yaret,
Anzar d uṣemmiḍ duenni dlimaret,
Uen di iẓrin taberxant u wabel iṭṭof miat duro lebcaret.

O gazellebokje, jij die de Garet doorkruist,
Bekend om de regen die er valt en de wind die er waait,
Wie de zwarte wimper heeft gezien, krijgt 100 duro voor het goede nieuws.

[Renisio vertaalt iɣeid u wazɣar als gazellegeitje. Maar het woord is mannelijk. Waarschijnlijk is er dus een vrouw aan het woord, die in spanning wacht op nieuws over haar minnaar of man, die een lastige tocht onderneemt over de Garet-vlakte.]

 

216. Hart 1976, p.47. Ait Waryaghar. Overgenomen door Joseph&Joseph 1987, p.105.

Abrid n-tumubil arra Tanja dihad.
Axdim allif axdim arumduru wahid.

De hoofdstraat naar Tanger houdt daar op.
Daar werkt mijn liefje en deze zomer komt hij met me trouwen.

 

218. Hart 1976, p.479. Ait Waryaghar. Overgenomen door Joseph&Joseph 1987, p.105.

Ofisina Ujdir r-bandira lo laso.
Amarzu xi-tuti allif y yo paso.

Het bureau van Ajdir heeft een vlag met een lus.
Mijn liefje is daar in dienst en kan mij niet bezoeken.

Hart:
De geliefde is een mkhazni, een lid van paramilitaire hulptroepen. De ofisina is een Spaans overheidsbureau.
[Gedeeltelijk in het Rif-Spaans (ofisina = oficina (kantoor), bandira = bandera (vlag), lo = de/het, laso = lazo (lus), y = en, yo = ik, paso = derde persoon van pasar, bezoeken; yo lijkt niet goed in de tekst te passen. Is het no (niet)?]
Joseph&Joseph:
Izran die over migratie gaan bevatten de meeste buitenlandse leenwoorden, misschien omdat ze recenter zijn of omdat degene die ze zingt een lijntje heeft met het buitenland.

 

211. David Hart 1976, p.479. Ait Waryaghar. Overgenomen in Joseph&Joseph 1987, p.104.

A Valinsiyana, aya r-ɛmar-inu,
Suyudas aɣarrabu nisrad allif-inu

O Valenciana, o mijn ziel,
Stuur een vracht aan spijt naar mijn liefje.

Hart:
Valenciana is de naam van de busmaatschappij in de jaren vijftig. De vriend werkt in Algerije.

 

254. Joseph&Joseph 1987, p.103. Ait Waryaghar of Ibuqquyen.

Alamanya, manet jahmane?
Ura-wut macina ur-rah tet seh thrahune.

Duitsland. Waar is mijn jonge man heengegaan?
De trein stopt daar niet; de bus kan er niet komen.

Joseph&Joseph:
De dichteres betreurt de afwezigheid van haar geliefde, maar bevestigt tegelijkertijd voor de dcar dat ze een relatie heeft.

 

Migratie in populaire liedjes uit de jaren zestig

Het boek van David McMurray gaat over de gevolgen van migratie (en smokkel) op de samenleving in Nador en omgeving. Hij citeert ook een aantal regels uit 45 toerenplaatjes uit de jaren zestig van muzikanten uit de centrale Rif. Deze opnames laten dezelfde ambivalente houding tegenover migratie laten zien als izran uit de jaren vijftig (de oudere zijn uitsluitend negatief). McMurray werkt de gedachte die al gesuggereerd is door Joseph&Joseph, verder uit: deze izran laten een nieuwe vorm van competitie tussen vrouwen zien, de traditionele en de avontuurlijke.
Ik citeer hieronder twee fragmenten die gezongen worden vanuit de optiek van een vrouw. Ze drukken het tegenovergestelde gevoel uit. Daarna de afgunstige woorden van een man, waarin een positieve en een negatieve blik op migratie hand in hand gaan.

Als je naar Duitsland gaat, houd mij dan in je gedachten.
Breng een cadeau voor me mee, vul je zakken (met geld)   
(Sjich Mahand en sjicha Manate; McMurray, p.101)

Ik heb geen vijand, behalve de boot vanuit Melilla.
Ze heeft mijn liefje meegenomen, mij achtergelaten als wees.
(Mohant Drawi en een sjicha; McMurray, p.101)

Het paspoort dat je hebt, gooi het in het water!
Donder in de put, ga niet naar Duitsland!
(Farid Enadori; McMurray p.101)

Volgens bronnen van McMurray waren de regels hierboven bedoeld als belediging van een rivaal in de liefde: jij hebt niet de capaciteiten om succes te hebben in Duitsland en kunt net zo goed in de put springen. Ik heb het gevoel dat er ook jaloezie in het spel is: hij wel en ik niet.

[Meer verwijzingen naar migratie in izran 15, 16, 43, 208 en 231.]

 

Reacties zijn gesloten.