Dahar Ubarran

 

Wat Alkmaar betekent voor de Nederlandse onafhankelijkheidsoorlog tegen Spanje, is de slag om Dahar Ubarran voor de Riffijnen. Abdelkrim Elkhattabi, leider van de Ait Waryaghar, had de oprukkende Spanjaarden gewaarschuwd dat het oorlog zou worden als ze de rivier de Amekrane zouden oversteken. Maar de Spaanse generaal Silvestre nam dit dreigement niet serieus en liet een kamp bouwen op de heuvel Dahar Ubarran, in het land van de Temsamane. Het kamp werd nog dezelfde dag door Riffijnse strijders onder de voet gelopen. Na deze eerste overwinning op 1 juni 1921 en een aantal andere veldslagen volgde op 22 juli de beslissende slag om Anoual, in de Spaanse geschiedschrijving: el desastre de Annual. De slag om Dahar Ubarran wordt in vele izran bezongen, nog steeds (zie YouTube onder Dhar Obaran).

 

197. Hart 1976, p.375. Ait Touzine?

Aya Ait Ɛazziman d-imjahaden ma ruxa!
Jahaden s-ufus-insen, ɛawden ra tinigba,
Izzat xu ɛarur-insen, taryind ag-disura.
Amjihid amzqqaru, yuxca duru iswa.
Hammu nj-Hajj Ɛaisa, a bu-yis d-azigza,
Awkthi ay imjahaden, ikfa zi-darwa.
Ipulisen immuten, imjahaden iɣannan.
Ay Adahar Ubarran, ay ususi y-ixsan,
Dini iginhim r-bwarqi, dini idihacen yixsan,
Dini g-immut r-qabtan, y-immut d-t-turjuman.

O, de Ait Azziman, ze zijn nu moedjahedin!
Vechtend met hun handen en geholpen door hun vrouwen,
Die eten naar hun mannen brengen en de hellingen opklimmen.
De eerste moedjahid gaf me een duro voor een slok water.
Hammu nj-Hajj Aisa, op een blauwschimmel,
Vuurt de moedjahedin aan en niemand van hen ontsnapt.
De (Spaanse) soldaten sterven en de mujahedin winnen.
O Dahar Ubarran, daar zijn de botten gevallen,
Daar werden de kanonnen afgevuurd, daar sloegen de paarden op hol
En daar stierf de kapitein, en daar stierf zijn tolk.

Hart:
De Ait Azziman maken deel uit van de Ait Touzine. Hammu nj-Hajj Aisa was een amghar (dorps- of clanhoofd) van de Ait Waryaghar. Hij werd een jaar of twee later geëxecuteerd op last van Abdelkrim omdat hij zich had laten omkopen door de Spanjaarden. Een duro is een Spaanse munt ter waarde van 5 peseta’s.

[De vierde regel kun je eigenlijk alleen maar opvatten als een verwijzing naar de auteur. Ze stelt zich voor als iemand die meehielp bij de bevoorrading van de strijders. Vanwege het bizarre detail van de duro voor een slok water, is het zeker niet uitgesloten dat het een izri uit de jaren twintig is.]

[De izri voelt als een lopend verhaal, maar opmerkelijk is dat Hammu nj-Hajj Aisa, de ruiter op de blauwschimmel, (volgens Hart) geen deel uitmaakte van de Ait Touzine maar van de Ait Waryaghar. Misschien is de izri dus toch opgebouwd uit twee losse episodes. Het is onwaarschijnlijk dat de ruiter op de blauwschimmel een samengestelde strijdmacht leidde, want in de beginfase van de oorlog was er nog geen georganiseerd Riffijns leger. Later wel.]
[Mogelijk beschrijft de izri (ook) gevechtshandelingen die later plaatsvonden. De eerste regels, over de bevoorrading van de strijders, kunnen daarop wijzen, want het Spaanse kamp op Dahar Ubarran werd binnen een dag onder de voet gelopen. Het was dus niet nodig om voedsel aan te voeren. Als de vrouwen wél hebben geholpen bij de slag om Dahar Ubarran, zouden ze hebben moeten meetrekken met de troepen. Dat was een flink eind lopen.]

 

196. Hart 1976, p.375. Ait Waryaghar?

Ay Adahar Ubarran, ay asusi y-ixsan!
Awizaɣ diɣaran azgig-diɣar zman,
Zdiɣar uɣarrabu sinji w-aman.
Harxand Ait Waryaγar i din ɛacar miya.
Xadrand r-uda n-Nkur jin ruda idra.
Ay acaix Ɛamar, axcrik igudar.
Ait Tizzi Ɛazza d-imjahaden ma ruxa.
Jahaden s-ufus-insen, jahaden ra tinigba.
r-Hakim Warba daharijt r-halqa!

O Dahar Ubarran, hoevele botten rusten er op jou!
Met wat je hebt gebracht, heb je ook honger gebracht,
Hetzelfde als de roeiboot op het water heeft gebracht.
De Ait Waryaghar gaan de strijd aan met 1200 man.
Toen ze de Nkour-vlakte bereikten was deze vol mensen.
O sjeik Amar, die stierf op het prikkeldraad.
De mensen van Tizza Azza vechten nu nog steeds.
Ze vechten met hun handen en zelfs hun vrouwen vechten.
Hakim Warba, ze hebben hem bij zijn strot gegrepen!

Hart:
De oude sjeik Amar Ufqir, van de Temsamane, kwam vast te zitten in het prikkeldraad maar bleef doorschieten, totdat hij gedood werd. ‘Warba’ is de naam die de Riffijnen gaven aan Spaanse kapitein Huelva, die aan het hoofd stond van het detachement in Tizi Azza, in het land van de Temsamane. Hart specificeert in zijn vertaling dat de vrouwen meevochten door stenen te gooien.

[De tweede regel is, op het middelste woord na, ongeveer hetzelfde als de tweede regel van izri 258, maar wordt heel anders vertaald. Misschien is het een vertaalfout van Hart.]

[De rivier de Nkour (of Nekor) mondt uit in de Golf van Al Hoceima, zo’n veertig kilometer ten westen van Dahar Ubarran. Waarschijnlijk was de Nkourvlakte de verzamelplaats van de strijders en rukten ze van daaruit op. Volgens Google Maps is het ruim tien uur lopen, maar het zal indertijd wel langer hebben geduurd.]

 

258. Al Yaakoubi 1992, izri 45, gepubliceerd in al-Mizan, 01-01-1991. Versie zoals gezongen door Mohamed Chacha. Ibuqquyen?
De vertaling is van mijn voormalige docent Darija, Roel Otten. Het is niet mijn intentie om zijn auteursrecht of dat van Chacha te schenden, maar om teksten en vertalingen te vergelijken.

A ya Dar Ubbarran, a ya ssus n yexsan!
Wi zzayek iɣarren, zzayes iɣar zman!
Wi zza yek iɣarren, am iɣar bu tanyay w waman!
Wami t-tuwyed rbaqi tanid ra t tixuzan.
Ma yɣarr-icek Uqarqac d Ɛmar n Bu Ywzan?
Ma ɣarrent-cek tḥenjirin yetbiyy-asen s ifiran?
Din ihmhen rbaqi, din yyewḍan yaysen!
Din yemmut reḥkam, din yemmut uṭurjman!
Rqebṭan n bu tanqittc yḥarrec-d ɣa Temsaman.
Temsaman ma thewn-ac, tɣir-ac d benneεman?
Ḥarcen-d Ayt Wayaɣer, amzyan amqran.
Ggin-as I bujerwan, am netta am iserman!
Ḥarcen Ibeqqiwen di tnεac miyya!
Wami d ɣa εqben, εeqben-d zi xemsa.
A Ḥemmu n Ḥaj Ɛisa, a b uyis aziza!
A ya Ccix Ɛmar, x ssrek yewḍa!
Rebbi mammec ɣa ggeɣ, i Xedduj rexmi d ɣay ɣa terqa
Rexmi day ɣa tini, Mmuḥ mani yekka?
Mmuḥ d amḥamed, tenɣ-it rḥarraqa!
Ay aber abarcan, yebbehbeṛd z umeṭṭa.
A ya lalla yemma, d ufud inu yewḍa.

 

O Heuvel van de Patrijs, op de plaats waar de botten rotten!
Wie denkt jou te bedriegen, hem zal de Tijd bedriegen!
Wie denkt jou te bedriegen, hij zal ten onder gaan als een schip in de storm!
Jij (= Spanjaard) bracht ons bommen en legerkampen bovendien.
Heeft Aqarqac je soms bedrogen en Amar n-Buyuzan?
Of hebben de meisjes je bedrogen die zich omgorden met koorden?
Daar explodeerden de bommen, daar zijn de paarden gesneuveld!
Daar is de (Spaanse) gouverneur gesneuveld, daar is zijn tolk gesneuveld!
De (Spaanse) aanvoerder in zijn armzalige plunje trok op naar Temsaman.
Denk je soms dat Temsaman gemakkelijk te nemen is, dat zij een klaproos is?
De Ait Waryaghar trokken ten strijde, jong en oud.
Ze hebben de kikkervreter gevangen, zoals je een vis vangt!
De Ibuqquyen zijn ten strijde getrokken ten getale van 1200!
Toen zij terugkeerden, keerden zij met vijf gevallenen terug.
O Hammu n Hajj Isa, o ruiter op het blauwe paard!
O sjeik Amar, hij sneuvelde in het prikkeldraad!
O God, wat moet ik doen wanneer ik Khedduj tegenkom
En zij mij vraagt waar Mouh gebleven is?
Mouh is een held, het vijandelijke vuur heeft hem gedood!
Ach, de zwarte wimper vergoot een vloed van tranen.
O mijn moeder, mijn knie begeeft het!

El Yaakoubi:
Aqarqac en Amar n-Buyuzan waren collaborateurs, die samenwerkten met de Spanjaarden. De slotzin betekent dat degene die aan het woord is geen kracht meer heeft. El Yaakoubi stelt dat deze oorlogsizri (en andere) is gemaakt door vrouwen van de Ait Waryaghar en dat de izran vervolgens zijn opgenomen in het repertoire van de imdyazen (professionele zangers). [Deze gedachte spoort met de inhoud van de izran die opgetekend zijn door Hart in de jaren vijftig: in beide wordt de rol van de vrouwen benadrukt, in izri 197 zelfs heel uitgebreid. Een vrouw presenteert zich hierin als auteur. Coon (1931) stelt dat vrouwen tijdens feesten ook izran over de oorlog zongen (p.137).]

[Biarnay vermeldt in zijn woordenlijst dat ‘kikkers’ (ijaruan) een gebruikelijk scheldwoord is voor Spanjaarden, net zoals de Fransen door de Engelsen frogs worden genoemd, om dezelfde reden: die viezeriken vreten kikkers. Bu-jaruan is letterlijk ‘vader van de kikkers’.]

[De persoonlijke afsluiting van deze izri voegt een emotionele dimensie toe die in de andere ontbreekt. Het gedicht gaat niet alleen over de heldendaden in de oorlog maar ook over de verschrikkingen van de oorlog: een moeder die het gruwelijke nieuws moet vernemen van de dood van haar zoon. Overigens is ook izri 196 niet onverdeeld positief over de oorlog. Als de persoonlijke afsluiting van de laatste izri een recente toevoeging is, laat dit zien dat de poëtische traditie levend is en wordt verrijkt met nieuwe motieven.
Mogelijk zijn de laatste negen regels, of in ieder geval de persoonlijke passage daarin, van de hand van Mohamed Chacha. Vanaf de regel waarin de Ibuqquyen vermeld worden, verandert ook de rijmklank en wordt het metrum onregelmatiger. Bovendien voelt het gedicht inhoudelijk als voltooid, nadat de ‘kikkervreter’ gevangen is door de Ait Waryaghar. Onmiddellijk daarna treden de Ibuqquyen in het strijdperk. Dat kan haast geen toeval zijn. Het lijkt wel een sneer naar de arrogantie van de Ait Waryaghar, want dat zijn natuurlijk de Amsterdammers van de Rif.]

 

Saïd 2016, p.76-77.
[Later toegevoegd]

A yadhar ubarran, a y ssus n yxsan!
Wi zzay-k iɣarren, a zzay-s iɣarr zzman,
Amen iɣarr s iɣarr uɣarrabu sennej i waman.
Wellah, ḥama iwqeɛ i baba-ak am wi yaɛdan!
A yadhar ubarran, aya ssus n yxsan!
Wi zzay-k iɣarren; rami ṯiwy d rburqi, ṯarny d ṯixuzan?
Ma yɣarr-ic useppanyu umi yudef Temsaman?
Temsaman ma ṯewn-ak, ma tɣirak d benneɛman?

O Dahar Ubarran, o rotten der botten!
Degene die jou bedroog, is zelf bedrogen,
Zoals een schip bedrogen is, dat over het water vaart.
Bij God, je vader zal hetzelfde overkomen als hun die overstaken!
O Dahar Ubarran, o rotten der botten!
Wie heeft je hierheen gelokt, voorzien van granaten en tenten?
Ben je bedrogen door de Spanjaard bij zijn komst naar Temsaman?
Denk je dat Temsaman te nemen is, denk je dat het een klaproos is?

[De eerste drie regels lopen goed in de pas met het Tarifit in izri 196 en 258, hoewel de vertaling stevig afwijkt. Dat Tarifit is zo gemakkelijk nog niet!]

Bespreking

Op internet zijn nog meer tekstversies van Dahar Ubarran te vinden, die een vergelijkbare structuur hebben: de beginfase loopt goed in de pas met de versies hierboven; daarna neemt de izri een andere wending. Zie bijvoorbeeld MesNarrif.net (versie van Walid Mimoun, nummer 10); zie ook rkempo.nl, geplaatst door ‘AmazighChick’.
Waarschijnlijk hebben deze varianten onder meer het doel om de bijdrage aan de strijd van de eigen taqbitch te benadrukken: in izri 197 spelen de Ait Touzine de hoofdrol, in izri 196 vechten 1200 Ait Waryaghar en in izri 256 vechten, behalve de Ait Waryaghar, ook 1200 Ibuqquyen.

In aanmerking genomen dat ook sommige Temsamane hebben meegevochten (izri 196) en ongetwijfeld ook anderen, moet er flink wat volk op de been zijn geweest om een half opgebouwde voorpost van het Spaanse leger te overvallen. Daarom denk ik dat dat de izran over Dahar Ubarran ook oorlogshandelingen vermelden die een aantal weken later plaatsvonden tijdens de beslissende slag om Anoual, waar circa 6000 Spaanse soldaten gelegerd waren, die door circa 4000 Riffijnse strijders verslagen werden. In deze slag stierf ook de Spaanse generaal Silvestre. Zijn lichaam is nooit gevonden. Binnen twee maanden werden de Spaanse legers teruggedreven naar Melilla en waren er meer dan 12.000 Spaanse soldaten dood.

De cijfers die je tegenkomt, en soms zelfs de data, variëren overigens sterk. De cijfers over het aantal Riffijnse strijders bij Anoual liggen tussen 4000 en 20.000; deze zijn de strijd aangegaan met 6000 à 60.000 Spaanse soldaten en Marokkaanse hulptroepen (die nogal eens de verkeerde kant op gingen schieten als het erom spande). Ik heb maar een conservatieve schatting aangehouden.
Bij Dahar Ubarran zou sprake zijn geweest van circa 500 Spaanse soldaten en hulptroepen en circa 1000 Riffijnse strijders. Bijna 200 Spaanse soldaten vonden de dood (maar er zijn ook andere cijfers, met meer Spaanse soldaten en minder doden).

Naschrift
Deze pagina is geplaatst op 28-10-2017.
Over sommige dingen ben ik anders gaan denken, zoals te lezen is in Onder de oppervlakte van Ubarran,
geplaatst op 13-7-2020.

 

 

 

 

 

 

Reacties zijn gesloten.