Minderheid en megaster

 

Ik heb een zwak voor Salim Halali, hoewel zijn muziek nogal over the top is.

Salim (eigenlijk Simon) Halali is in 1920 geboren in de Algerijnse stad Annaba, vlakbij de Tunesische grens. Zijn vader was Turks, zijn moeder was een joodse Berbervrouw. Salim was dus ook joods maar hij was een tegenstander van het zionisme. En hij was homo en daar maakte hij geen geheim van. De verpersoonlijking van de minderheid dus. Toch werd deze Algerijnse, Turks-Berberse, antizionistische, homoseksuele jood een megaster in de Maghreb en in de hidjra en diaspora in Europa.

Zelfs in Israël wordt hij gepruimd, getuige concerten van onder meer het Jerusalem Andalusian Orchestra, te vinden op You Tube. Het schijnt dat hij één keer een concert heeft gegeven in Jeruzalem, maar van het podium is gejaagd toen hij in het Arabisch riep: ‘Leve de Arabische natie!’ De Israëlisch-Marokkaanse zanger Emile Zrihan heeft veel door Salim Halali gezongen liederen op zijn repertoire.

Andaloussia

Toen Salim een jaar of vijftien was, reisde hij als passagier op een schip vol schapen naar Frankrijk. In 1937 arriveerde hij in Parijs, waar hij aan de kost probeerde te komen als Spaanse zanger in flamenco-clubs. Totdat zijn vrienden hem zeiden: probeer het eens in het Arabisch. De zanger en liedjesschrijver Mohamed el Kamel maakte een Arabisch lied voor hem, Andaloussia, in flamenco-stijl, compleet met castagnetten. En dat werd een hit. Hij maakte een succesvolle tournee door Europa en profileerde zich als zanger van Andalusische muziek. Dat viel niet goed bij de puristen, want volgens hen deed hij zomaar wat, zonder zich iets aan te trekken van de regels.

Tijdens de Duitse bezetting van Frankrijk dreigde deportatie. Salim kende de stichter en leider van de Grote Moskee van Parijs, Si Kaddour Benghabrit; hij trad er regelmatig op in het café. In de moskee werden geboortebewijzen gefabriceerd waarmee bevriende joden konden aantonen dat ze moslim waren. Dat dit op grote schaal gebeurde, wordt tegengesproken, maar Salim kon met zijn vervalste geboortebewijs ontsnappen aan de Shoah. Met zijn zuster Berthe liep het echter niet goed af. Zij en haar baby werden opgepakt en in 1943 vermoord in Auschwitz.

Nachtclub

Na de Tweede Wereldoorlog opent Salim Halali twee nachtclubs in Parijs: Ismaïlia Folies en Le Sérail, beide in het sjieke achtste arrondissement. In 1949 verhuist hij plotseling naar Casablanca in Marokko. Een deel van zijn familie vestigt zich daar ook, of woont er al. Salim weet inmiddels waar zijn passie ligt: bij nachtclubs. In de kosmopolitische wijk Maarif koopt hij een pand dat hij omtovert tot het prestigieuze Le Coq d’Or. Bij de inrichting van de nachtclub leeft hij een ander passie uit: antiek. Hij runt de club samen met de liefde van zijn leven, Pierre, die op de nostalgische Facebookpagina van Le Coq d’Or omschreven wordt als een lange, blonde Fransman.

Le Coq d’Or wordt een trefpunt van de Marokkaanse bourgeoisie. Salim treedt er zelf op, maar inviteert ook vele andere beroemde artiesten. Daarnaast geeft hij concerten en luistert hij bruiloften op bij rijke families. Het vele geld dat hij verdient, geeft hij even gemakkelijk weer uit, maar hij organiseert ook benefietavonden voor Unesco.

Begin jaren zestig wordt de nachtclub door brand verwoest. Op een Hebreeuwstalige site die met Google Translate aardig te kraken was, las ik een jaar of tien geleden dat Salim Halali dan wel antizionist was, maar dat dit niet wegneemt dat zijn nachtclub uit antisemitisme in brand is gestoken. Andere informatie over de oorzaak van de brand heb ik niet gevonden.

Comeback

Salim zet zijn zangcarrière op een lager pitje en keert met Pierre terug naar Frankrijk. Ze betrekken een villa in Cannes, die ze volstouwen met een verzameling antiek. De villa wordt het toneel van legendarische feesten. Er is zelfs sprake van feestjes met een olifant in de tuin.

In de jaren zeventig maakt hij een comeback als zanger, in het Frans, met een bescheiden succes.Hij laat twee dure opnamestudio’s inrichten, mede voor zijn eigen plezier, en blijft zingen op bruiloften van grote families, naar het schijnt ook die van de oudste dochter van de Marokkaanse koning Hassan II.

De plotselinge dood van Pierre, waarschijnlijk door een verkeersongeval begin jaren negentig, stort hem in een depressie die hij niet meer te boven komt. Omdat hij inmiddels financieel aan de grond zit, verkoopt hij de villa. De laatste twaalf jaar van zijn leven slijt hij in zelfgekozen eenzaamheid in een bejaardenhuis in Vallauris, in de buurt van Cannes. Na zijn overlijden in 2005 wordt zijn as, overeenkomstig zijn laatste wensen, verstrooid op het strooiveld van het crematorium in Nice.

De best gedocumenteerde Wikipediapagina is de Franse:
Documentair filmpje over de plek waar Le Coq d’Or zich bevond. Le Coq d’Or heeft ook een nostalgische Facebookpagina.

 

 

Reacties zijn gesloten.