God helpe u, edelmoedigen

  1. Renisio 1932, p.242. Ait Touzine.

Aɛunkum, a řejwad, amsakum a ui da!
Neccin d eřbarrani ua nessin min da.
Ua nessin anessiueř ua řa anaɛdeř timenna,
Ua řa anerr eřxeir em miden amen idĵa.

God helpe u, edelmoedigen. Goede avond aan allen hier!
Wij zijn vreemdelingen die niets weten van het land.
We kunnen onze taal niet spreken of onderhouden,
Of wat voor goeds dan ook vergelden met goed.

 

[Renisio geeft in een voetnoot aan dat aɛunkum een verkorte vorm is van het Arabische Allah yɛawen-kum: God helpt u. De izri lijkt me een smeekbede van een berooide groep mensen van een andere taqbitch, die om gastvrijheid vraagt.]

Reacties zijn gesloten.