- Renisio 1932, p.202. Ait Iznassen.
Arwaḥ adam ĵallaɣ dug umrabeḍ aqabli,
Mani ttailen lelwaḥ diismawen n-Rebbi.
Kom, ik zweer je mijn liefdeseed op de maraboet van de Qibla,
Daar waar de plankjes met de verzen van de Heer zijn opgehangen.
[De betekenis is wel duidelijk, maar ik begrijp niet waarom het de maraboet (of tombe) van de qibla (gebedsrichting) is. Deze maraboet zal wel zo genoemd worden.]