Kon ik maar een uitkijkplek vinden

  1. Renisio 1932, p.207. Ait Iznassen.

Ufin iĵ ureggub x-wuẓru n-tiflellas,
Ad yeqqel iɛaica main ettegg dug was,
A temcaḍ essalef  atɛangar tiseɣnas.

Kon ik maar een uitkijkplek vinden op de rots waar de zwaluwen rondspoken,
Om Aicha te bewonderen bij haar dagelijkse bezigheden,
Als ze haar haren kamt en zich tooit met sierspelden.

Reacties zijn gesloten.