O Dahar Ubarran, hoevele botten rusten er op jou!

  1. Hart 1976, p.375. Ait Waryaghar?

Ay Adahar Ubarran ay asusi y-ixsan!
Awizaɣ diɣaran azgig-diɣar zman,
Zdiɣar uɣarrabu sinji w-aman.
Harxand Ait Waryaγar i din ɛacar miya.
Xadrand r-uda n-Nkur jin ruda idra.
Ay acaix ƐAmar, axcrik igudar.
Ait Tizzi ƐAzza d-imjahaden ma ruxa.
Jahaden s-ufus-insen, jahaden ra tinigba.
r-Hakim Warba, daharijt r-halqa!

O Dahar Ubarran, hoevele botten rusten er op jou!
Met wat je hebt gebracht, heb je ook honger gebracht,
Hetzelfde als de roeiboot op het water heeft gebracht.
De Ait Waryaghar gaan de strijd aan met 1200 man.
Toen ze de Nkur-vlakte bereikten was deze vol mensen.
O sjeik Amar, die stierf op het prikkeldraad.
De mensen van Tizza Azza vechten nu nog steeds.
Ze vechten met hun handen en zelfs hun vrouwen vechten.
Hakim Warba, ze hebben hem bij zijn strot gegrepen!

Hart:
De oude sjeik Amar Ufqir, van de Temsamane, kwam vast te zitten in het prikkeldraad maar bleef doorschieten, totdat hij gedood werd. ‘Warba’ is de naam die de Riffijnen gaven aan Spaanse kapitein Huelva, die aan het hoofd stond van het detachement in Tizi Azza, in het land van de Temsamane. Hart specificeert in zijn vertaling dat de vrouwen meevochten door stenen te gooien.

[De tweede regel is, op het middelste woord na, ongeveer hetzelfde als de tweede regel van izri 258, maar wordt heel anders vertaald. Misschien is het een vertaalfout van Hart.]

[De rivier de Nkour (of Nekor) mondt uit in de Golf van Al Hoceima, zo’n veertig kilometer ten westen van Dahar Ubarran. Waarschijnlijk was de Nkourvlakte de verzamelplaats van de strijders en rukten ze van daaruit op. Volgens Google Maps is het ruim tien uur lopen, maar het zal indertijd wel langer hebben geduurd.]

 

Reacties zijn gesloten.