O Fadma, maak me niet radeloos, doe me geen verdriet

  1. Renisio 1932, p.207. Ait Iznassen.

A Faḍma, ur di teɣwiḍ, ur di teggid elhemm,
Edcem a umi teṣfu taggait am udirhem.

O Fadma, maak me niet radeloos, doe me geen verdriet,
Jij van wie de wang puur is als een dirham.

Reacties zijn gesloten.