- Renisio 1932, p.209. Ait Iznassen.
Am essalef aberxan el ḥad ettimejjet,
Txetras ifilan teggas auqi tejbett!
O jij van wie de zwarte vlecht op het oor hangt,
Je maakt hem voller met draadjes en rekt hem uit met een steen!
[Zo’n klein vlechtje is geen compliment, maar het laat wel zien dat lange zwarte vlechten mooi werden gevonden. Biarnay specificeert in zijn woordenlijst dat het om wollen draadjes gaat.]