O onze Meester

  1. Biarnay 1917, p. 352. Ait Waryaghar.

A Mulei-nnaɣ,
Ya ḥaik-a ama-ink, ama-inu?
G-ir-ink, ay-uma-inu!

O onze Meester,
Deze haik, is hij van jou, is hij van mij?
Aan jouw hals (zal ik sterven), o mijn broer!

 

Biarnay:

Een izri van vrouwen. Een ḥaik is een kledingstuk. [Mulei-nnaɣ betekent letterlijk ‘onze meester’ maar het wordt door de bronnen ook vertaald als ‘verloofde’ of ‘bruidegom’. Deze invulling spoort met de slotwoorden ay-uma-inu, letterlijk ‘o mijn broer’. Dit is bijna altijd een koosnaampje voor de geliefde. Wordt de onvoorwaardelijke liefde hier uitgedrukt, doordat ze elkaars kleren dragen?

Reacties zijn gesloten.