O Die-en-die, van wie het haar op de lendenen valt

 

130. Renisio 1932, p.206. Ait Iznassen.

A Flana, aiten yedrin essalef al tiyiẓẓal,
Maɣer ur di teği la netub la neẓẓal?

O Die-en-die, van wie het haar op de lendenen valt,
Waarom laat je me niet boete doen en bidden?

Reacties zijn gesloten.