Toen de klootzak naar het oosten vertrok…

  1. Biarnay 1917, p.331. Temsamane.

Uni carreq uεfan, uiɣa daii-ijja?
Igga-i amjaa ugufus, inna-i: “Mjaa farina!”
Umi d a iauaḥ, iwua-i-d rizzaa-n-jjia
Inna-ii: “Ḥajeb iḍa!”

Toen de klootzak naar het oosten vertrok, aan wie heeft hij mij toevertrouwd?
Hij duwde me een sikkel in de hand en zei me: “Oogst de tarwe!”
Toen hij terugkwam, bracht hij een hobbezak voor me mee
En zei me: “En nu een sluier om!”

 

Biarnay:

Dit is de verontwaardigde klacht van een vrouw die zonder bestaansmiddelen wordt achtergelaten als haar man naar Algerije vertrekt. Bij zijn terugkomst neemt hij niet eens een fatsoenlijk cadeau mee en gebiedt hij haar zich te sluieren. ‘Het oosten’ slaat op Algerije. De hobbezak is letterlijk: een kleed gemaakt van een zak voor kalk.

Reacties zijn gesloten.