Waarom huilen de patrijzen zo op de lommerrijke helling?

  1. Renisio 1932, p.204. Ait Iznassen.

Main jar tisexrin dug malu ɣeir ettrunt?
Elbaz ag immuten, ur ugent at ettunt.

Waarom huilen de patrijzen zo op de lommerrijke helling?
Om hun gier die dood is, en zij willen hem niet vergeten.

 

[Renisio vertaalt elbaz als gier; andere auteurs vertalen het als valk. Deze staat voor de minnaar, in mannenpoëzie. Een variant van deze izri is opgenomen in Justinard, afkomstig van de Igzennayen, een paar honderd kilometer westelijker (izri 64). De grote afstand suggereert dat het een izri is die tot het repertoire behoorde van professionele muzikanten.]

Reacties zijn gesloten.