Ze zei mij: ‘Mijn vriend, kom komende zondag…’

87. Renisio 1932, p.201. Ait Iznassen.

Tennayi: “A xuya arwaḥ idmi nelḥadd
Aqqak aryaz iɣab ilusan ur da ḥadd.”

Ze zei mij: “Mijn vriend, kom komende zondag
Mijn man is dan op reis en mijn schoonbroers zullen er niet zijn.”

Reacties zijn gesloten.