Zeven zeeën heb ik doorkruist op een magere vlo

  1. Renisio 1932, p.212. Ait Iznassen.

Sebɛa bḥur ai ezwiɣ x-uxurdu d-aneḍɛuf.
Eggiɣas inerxab d-eccabir d-aceḥluf.
Aman ur ten iwiḍaɣ delkeswet ur tuff.

Zeven zeeën heb ik doorkruist op een magere vlo.
Ik had stijgbeugels en sporen voor hem gemaakt van kleine takjes.
Ik ben niet in het water beland en mijn spullen zijn niet nat geworden.

Reacties zijn gesloten.